Overwegen en trage wegen, beleid met visie?

Infrabel wil spooroverwegen zo veel als mogelijk afschaffen of vervangen door een brug of tunnel. Maar er zijn niet voldoende middelen voorhanden.  Zie ook artikel GW.

 

In de praktijk worden overwegen niet altijd afgeschaft. Er verschijnen peperdure oplossingen of overwegen worden gewoon vernieuwd. Het overwegenbeleid lijkt niet logisch. Er is een onduidelijke visie en de prioriteiten lijken matig onderbouwd. De ‘kleine netwerken’ van fietser en voetganger verdienen beter.

Beginnen we eerst met een goed voorbeeld. Aan de wijk Oudenbos te Zeveneken (Lokeren) ligt de pas heraangelegde overweg Nieuwe Stationsstraat. Het is een vrij uniek concept. De overweg is ontworpen voor stappers en trappers (zie foto). Doorgaand autoverkeer moet de volgende overweg gebruiken 600 m verder. Die weg is beter uitgeruste voor doorgaand autoverkeer. Een opsteker van samenwerking en een economische aanpak. Maar toch. Beide overwegen te Zeveneken liggen op de vrij drukke hoofdspoorlijn 59, Antwerpen - Gent. Is dit een lange-termijn oplossing?

 

Criteria om prioriteiten te bepalen, bij het al dan niet vervangen van een overweg door een brug of tunnel kunnen zijn:

 

1. Nabijheid van een station : de reiziger mag zijn trein niet missen.

 

2. Drukteniveau van de spoorlijn : hoe meer treinen hoe meer barrièrewerking. 

 

3. Drukteniveau van de weg : hoe meer verkeer, hoe meer congestie. 

 

4. Er is (g)een wegalternatief in de buurt. 

 

5. Veiligheid en leefbaarheid: subjectieve / objectieve kwaliteit publiek domein. 

 

6. Kostprijs.

 

Volgens deze criteria hebben andere overwegen meer prioriteit. De overwegen bij station Sinaai, Belsele, Nieuwkerken-Waas en Zwijndrecht dienen eerder aangepakt te worden dan deze van de Oude Heerweg te Lokeren (werken starten dit jaar). Bijvoorbeeld om de trein in het station met zekerheid te kunnen halen.

De fietssnelweg F4, Antwerpen – Gent, gaat op het traject Lokeren – Sint-Niklaas drie maal over een overweg. Dit zijn zwakke schakels in het fietsnetwerk. Bijhorende schets toont een oplossingsrichting aan de Kleemstraat te Belsele zonder dure bruggen of tunnels. De schets stelt voor om  het autoverkeer meer in harmonie te brengen met de kruisende fietssnelweg. Hier kan bovenop de verkeersveiligheid nog meer toegevoegde waarde gecreëerd worden : opstelstroken voor fietsers, inhaalverbod door middeneilandjes, zone 30, accentverlichting, struikelmatten tegen spoorlopen, geluidsschermen ook tegen spoorlopen en een nieuwe trage weg naar perron 1 (200 m verderop) ook goed tegen spoorlopen. Aan de drukkere overwegen bij station Sinaai en Belsele moet uitgekeken worden naar een kwaliteitsvolle onder- doorgang.

 

Lijn 54, Sint-Niklaas - Mechelen

 

Op de enkelsporige regionale lijn van Sint-Niklaas naar Mechelen houdt de Infrabel-logica in de aanpak van overwegen geen steek. Het is logischer om de overwegen op de drukke lijn 59 eerder weg te werken dan op de enkelsporige lijn 54 (Mechelen - Sint-Niklaas).

 

1/ Zo werd in station Temse de overweg naar het tweede perron opgedoekt, samen met de overwegwachter. In de plaats daarvan kwam een duurdere voorlopige passerelle (zie onder en GW nr 196).

2/ De overweg met de Damstraat in Sint-Niklaas wordt opgeheven voor de naast het spoor geplande R42, de Oostelijke Tangent. Lokale politici verkondigen dan, dat er een tunnel of brug(??)  kan komen. Dit zeggen ze pas nadat er vrij veel bezwaarschriften binnen kwamen, tegen het botweg knippen van de Damstraat.

 

3/ Aan de geplande Mercatorknoop (R42/N70) zijn dan weer peperdure brug-tunnelcombinaties voorzien voor de fietser. Politici die nooit fietsen, weten niet wat ze aanrichten met de trage wegen. Bij een brug over het spoor met bovenleiding hoort eerst klimwerk tot 7 m hoogte. Bij een tunnel moet men slechts 3,5 m dalen. En de afdaling kan als aanloop dienen voor de erop volgende korte klim.

 

4/ Aan de Doornstraat is voor de fietssnelweg F18 (Sint-Niklaas – Mechelen) een gelijkaardig inrichtingsconcept toepasbaar zoals hiervoor geschetst voor de Kleemstraat te Belsele.

 

Interwaas

 

Op 5 oktober 2016, twee jaar na het verschijnen van Spoorstrategie Waasland (GW nr. 188), kondigt Interwaas een vervolgstappenplan aan voor de aanpak sluiten spoorovergangen op lijn 59. 

Wij nodigen Interwaas uit om de ontwikkelde visie en het stappenplan te bespreken. Want nu al is zeker dat er beleid moet gevoerd worden volgens bepaalde criteria. Zo niet, dan blijft de spoorweg het speelterrein van politiek dienstbetoon, niet van een evenwichtig beleid.

 Fred Van Remoortel