Mussenartikels algemeen

 

-    The status of the urban house sparrow Passer domesticusin north-western Europe: a review

In onze zangvogelwereld vormt de Huismus een uitzondering met betrekking tot zijn sterke associatie met de menselijke omgeving. Niet enkel in het buitengebied waar deze associatie al zeer vroeg  ontstaan is maar eveneens in de stedelijke context. Met een wereldwijde uitbreiding van deze verstedelijking zouden we kunnen verwachten dat de huismus het uitermate goed doet.  En toch is dit niet het geval vooral niet in het sterk ontwikkelde West-Europa.  
Jenny De Laet & Denis Summers-Smith
Journal of Ornithology 148: 275-278 (2007)

 

-    Meeting on the decline of the urban House Sparrow Passer domesticus

Het symposium over ‘de status van de Huismus Passer domesticus, in de stad
gehouden tijdens het 24e IOC wekte veel belangstelling.  Daarna werd besloten om een Internationale Werkgroep op te richten 
Na de eerste bijeenkomst in Londen 2007 (ISSP 31: 27-37) werd er een tweede bijeenkomst
gehouden in Newcastle (2009). Op de eerste dag zijn verschillende gesprekken gevoerd over de achteruitgang van de stedelijke Huismus, de bijbehorende leefomgeving en verschillende monitoringstechnieken.

Jenny De Laet, Denis Summers-Smith & John  Mallord 
International Studies on Sparrows 33: 17-32
Volledige tijdschrift

 

-    Protocol for censusing urban sparrows
  
De internationale Werkgroep Stedelijke Mussen (WGUS) onderzoekt de achteruitgang van
mussen Passer, in stedelijke en voorstedelijke habitats. Tijdens een bijeenkomst in februari
2009 werd besloten een gestandaardiseerde telling te definiëren die het mogelijk zou maken
 om zinvolle vergelijkingen van huismus P. domesticus dichtheden te maken in
stedelijke/voorstedelijke habitats en dit in het hele verspreidingsgebied van deze soort. 
Er werd voorgesteld om een volkstelling in kaart te brengen op basis van ‘actieve’ nesten, samen met een vereenvoudigde methode om verschillende soorten stedelijke/voorstedelijke habitats te beschrijven.

Jenny De Laet, Will J. Peach and J. Denis Summers-Smith
British Birds 104: 255-260 (2011).

 

-    Dossier Huismus.  De toestand van de huismus in Vlaanderen: resultaten van de eerste 10 jaar ‘nationale mussenteldag’ 

De ‘nationale mussenteldag’ werd in 2002 in het leven geroepen om na te gaan hoe het gesteld is met de huismus in Vlaanderen. Onderzoek in andere Europese landen had immers de achteruitgang van deze ooit zo algemene vogelsoort aangetoond. Sinds 2002 wordt de Vlaamse bevolking door Vogelbescherming Vlaanderen dan ook opgeroepen om jaarlijks gedurende één dag in april het aantal tsjilpende huismusmannetjes te tellen om op die manier de toestand van de huismus in Vlaanderen in kaart te brengen. Na 10 jaar mussen tellen blijkt dat de achteruitgang van de huismus ook in Vlaanderen een feit is, en dit in alle Vlaamse provincies. Daar waar er in 2002 gemiddeld 6-10 huismusmannetjes geteld werden per locatie, waren dit er in 2011 nog maar 1-5. Verschillende factoren liggen mogelijk aan de basis van deze daling. Er komen minder mussen voor in meer verstedelijkt gebied. Dit hangt samen met het feit dat er zich in verstedelijkt gebied minder akkers en graslanden bevinden, in de wijde omgeving, rond de tellocaties. Tenslotte worden er ook minder huismussen waargenomen op plekken waar er meer predatoren aanwezig zijn. Deze studie suggereert bijgevolg dat de achteruitgang van de huismus in Vlaanderen te wijten is aan de alsmaar verder oprukkende verstedelijking en de vermindering van de hoeveelheid (natuurlijk) groen in Vlaanderen.

Jenny De Laet, Luc Lens, Frank Adriaensen & Greet De Coster (2012)

 

-    Citizen science in action—Evidence for long-term, region-wide House Sparrow declines in Flanders, Belgium.

Stadsuitbreiding is schadelijk voor fauna en flora. Terwijl de huismus (Passer domesticus) aanvankelijk bloeide in de buurt van de mens, werd, in de afgelopen decennia, een daling van het aantal Huismussen waargenomen in verschillende Europese steden. Een gebrek aan systematische gegevens over de status van deze soort in een sterk verstedelijkt Vlaanderen (België) is de reden waarom sinds 2002 de Vlaamse bevolking jaarlijks wordt opgeroepen om Huismussen te tellen tijdens het broedseizoen. Hier beschrijven we de resultaten van de eerste tien jaar van het tellen van mus. Terwijl inwoners uit 99% van de gemeenten minsten 1 keer hun gegevens doorstuurden, zijn er tussen gemeenten grote verschillen in aantal deelnemers geconstateerd: 
hoe groter de populatiegrootte, hoe meer mensen mussen telden. Resultaten gaven aan dat de Huismus abundantie in Vlaanderen de afgelopen tien jaar is afgenomen. In tegenstelling tot verschillende andere Europese regio's lijkt de daling even sterk in landelijke als  in stedelijke gebieden. Toch is het gemiddeld aantal huismussen lager in dichtbevolkte, stedelijke gebieden waar minder akkerland, grasland en parken in de omgeving aanwezig waren. De abundantie nam ook aanzienlijk af op locaties waar de predatiedruk is toegenomen. Deze resultaten suggereren dat de Huismus afneemt
in Vlaanderen terwijl dit te danken is aan de steeds verder oprukkende verstedelijking en de vermindering van de hoeveelheid groen. Bovendien laat het zien dat het verzamelen van gegevens door vrijwilligers een nuttige benadering kan zijn om grootschalige en langetermijngegevens op een relatief gemakkelijke manier te verzamelen terwijl ook de bewustmaking van het publiek voor de natuurlijke omgeving belangrijk is. 
Greet De Coster, jenny De Laet, Carl Vangestel, Frank Adriaensen & Luc Lens
Landscape and Urban Planning 134: 139–146 (2015)

 

-    Urban bird conservation: presenting stakeholder-specific arguments for the development of bird-friendly cities

In navolging van de oproep van de United Nations Convention on BiologicalDiversity BCities
& Biodiversity Outlook ^ project om de stedelijke biodiversiteit beter te behouden, presenteert dit artikel stakeholder-specifieke verklaringen voor vogelbescherming in stedelijke omgevingen. Gebaseerd op de hoeveelheid literatuur over stedelijke vogels focussen we ons op habitat fragmentatie, de beperkte beschikbaarheid van habitats,  het gebrek aan inheemse vegetatie en vegetatiestructuur als de belangrijkste uitdagingen voor vogelbescherming
in steden. 

Robbert PH Snep & Jip Louwe Kooijmans & Robert GM Kwak & Ruud PB Foppen &
Holly Parsons & Monica Awasthy & Henk LK Sierdsema & John M Marzluff &
Esteban Fernandez-Juricic & Jenny de Laet & Yolanda M van Heezik.

Urban Ecosystems 18: 1535 – 1550 (2016)


-    Opnieuw Huismussen in onze steden

Sinds de jaren 1990 ondervindt de stedelijke Huismus in zowat alle Europese steden een opvallende achteruitgang. Optimale huismuspopulaties (20-30 huismussen of meer) vormen in steden eerder een uitzondering. Huismustellingen tonen aan dat de meeste stedelijke populaties klein zijn
(≤ 5 exemplaren) en daardoor gedoemd om op termijn uit te sterven. Het versterken en/of uitbreiden van populaties vormt dus een belangrijke doelstelling om de Huismus in
onze steden te houden.

Jenny De Laet. 
Natuur.stad 6: 3 (2017).